Blijven leren en onze kennis verbreden vinden we bij Van der Meijs belangrijk. Binnen Resultaatgericht Samenwerken (RGS) blijven we ons daarom graag verdiepen. Gisteren was het de beurt aan onze voormannen, projectleiders, planvoorbereiders en planvormers om de reeds geleerde theorie over risicogericht inspecteren toe te passen in de praktijk. Om de afgesproken resultaat-vereisten binnen het RGS traject te behalen, is het belangrijk dat van te voren de huidige situatie van het complex goed in kaart wordt gebracht. Alleen zo kunnen de juiste stappen worden genomen om het gewenste eindresultaat te bereiken. Onze mannen gingen naar een woningcomplex om deze als casus te gebruiken en daadwerkelijk een inspectie volgens de RGS-methode uit te voeren. Door de verschillende stappen met elkaar uit te voeren, te evalueren en te bediscussiëren konden de mannen hun kennis verbreden en leerden zij alles wat nodig is om een goed plan van aanpak volgens de RGS-methode te schrijven. En die kennis komt goed van pas in de volgende training: planvorming.
80 vakmannen op training
Wij vinden het belangrijk om de kennis van onze vakmannen te blijven verbreden zodat we allemaal met dezelfde expertise en mindset naar het project gaan. Zo hebben de afgelopen periode ongeveer 80 vakmannen de training RGS met succes afgerond! Tijdens deze training wordt onder andere de centrale rol van de woningcorporatie besproken. Dankzij de RGS-mindset kunnen we door middel van intensieve samenwerking met andere partijen tot optimale kwaliteit komen, met minimale kosten. Én daar draait het uiteindelijk om.
Natuurinclusief renoveren
Bij het verduurzamen en renoveren van woningen voor corporaties, staat mens en milieu bij ons centraal. In samenwerking met bouwbedrijf Van de Ven gaan we binnenkort voor Bergopwaarts in Asten, Deurne en Ommel 61 woningen voorzien van nieuwe daken. Hierbij is de planning mede afgestemd op het natuurlijk nestgedrag van huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen. Deze nestelen zich namelijk graag rondom een woning. Dankzij het flora- en faunaonderzoek is in kaart gebracht welke woningen vergezeld worden door deze dieren en op die plekken heeft Bergopwaarts al vogelhuisjes geplaatst zodat er een alternatief is waar zij kunnen nestelen en broeden. Dadelijk zijn de asbesthoudende daken vervangen voor nieuwe daken met isolerende dakplaten. En zijn er overstekken geplaatst waarbij er rekening is gehouden met het terugplaatsen van natuurlijke nestplaatsen, zoals vogelvides of kastjes, voor deze vogels. Het renoveren van deze woningen gebeurt dus op een natuurinclusieve manier! Tof hè?
De focus van woningcorporaties ligt momenteel op de toekomststrategie van haar woningbezit en de verduurzaming hiervan. Wanneer in een vroeger stadium de samenwerking wordt gezocht met vastgoedpartijen kunnen onderwerpen zoals duurzaamheid en circulariteit beter worden vormgegeven en kan verspilling van middelen worden beperkt. Iemand die dat als geen ander kan weten is Richard Coenen. Hij werkt momenteel als planontwikkelaar bij Van der Meijs, maar was hiervoor 25 jaar werkzaam bij verschillende corporaties.
Waarom maakte je na zo’n lange tijd de switch van opdrachtgever naar opdrachtnemer?
Ik heb bijna 25 jaar aan de kant van de opdrachtgever gezeten en veel leuke projecten gerealiseerd in het onderhoud. Vroeger lag de focus sterk op het in stand houden van het woningbezit, veelal gebaseerd op de cyclus van de levensduur van een element, bijvoorbeeld de kozijnen of het dakbeschot. Tegenwoordig bepaalt de strategie van het complex bij de corporaties welk bezit in exploitatie blijft en voor hoelang.
Van oorsprong heb ik een technische achtergrond en ik wilde inhoudelijk meer met de techniek bezig zijn. Dat kan ik in mijn huidige functie bij Van der Meijs. De uitdaging om samen met corporaties een onderhouds- en verduurzamingsstrategie te formuleren en invulling te geven aan deze strategie sprak mij erg aan. Dankzij mijn kennis en ervaring van de corporatiesector kan ik de vertaling maken van het gedachtegoed van de opdrachtgever naar die van de opdrachtnemer en zo vraag en aanbod beter op elkaar aan laten sluiten.
Momenteel is de opdrachtnemer vaak gevangen in het technisch goed oplossen van de opgave en dat voor een goede prijs. Bewoners mogen hierbij niet worden vergeten, per slot van rekening is het zijn/haar woning die we willen verduurzamen. Al met al mooie uitdagingen voor mij die deze switch naar de ‘andere kant van de tafel’ zo aantrekkelijk maakten.
Nu je beide kanten van de tafel hebt gezien, wat zijn volgens jou de grootste verschillen tussen corporaties en vastgoedondernemers?
Eigenlijk zijn er, buiten commerciële belangen, geen duidelijke verschillen. Beiden hebben er belang bij om een kwalitatief hoogwaardige woning te realiseren waar de bewoner de komende jaren met veel plezier kan blijven wonen.
Corporaties zijn op zoek naar partijen die hen kunnen ontzorgen bij een aantal activiteiten. De corporatiesector vraagt om een besparing op onder andere de bedrijfs- en onderhoudslasten en dat betekent concreet dat werkzaamheden bij vastgoedpartijen worden ondergebracht. Denk bijvoorbeeld aan vakinhoudelijke kennis over onderhoud. Vroeger was het heel normaal dat deze aanwezig was binnen de corporatie, tegenwoordig wordt die kennis steeds vaker extern gezocht. Corporaties vragen ook steeds vaker om onderhoudsadvies in plaats van het puur uitschrijven van onderhoudsopdrachten. Daarnaast is het steeds normaler dat onderhoudspartijen zelf een bewonersconsulent in dienst hebben om het gesprek met bewoners aan te gaan. Ook hier wordt kennis en ervaring extern gezocht en gevonden. Beide partijen kruipen hierdoor dichter naar elkaar toe waardoor het onderscheid steeds kleiner wordt.
Verduurzaming en circulariteit zijn belangrijke onderwerpen, iedereen praat er over en heeft er een mening over. Zo ook corporaties, hoe uit zich dat richting de opdrachtnemer?
Corporaties staan voor een gigantische opgave. Deze wordt tegenwoordig nog deels ingevuld door het uitzetten van tenders, maar we zien ook steeds meer corporaties die op zoek gaan naar vaste partijen waarbij in een samenwerkingsverband afspraken worden gemaakt over het toekomstige onderhoud.
Vastgoedpartijen willen met de corporatie meedenken door vanuit het periodiek terugkerende gevelonderhoud zoals schilderwerk adviezen te geven om de verduurzamingsopgave tijdig op te pakken. Door in een vroeg stadium bij de planvorming al mee te denken op basis van de toekomstige strategie worden de beschikbare middelen (onder andere geld) zo optimaal mogelijk ingezet voor de lange termijn en wordt verspilling voorkomen.
Met betrekking tot circulariteit, dit komt steeds vaker op de agenda te staan van de corporatie maar is nog geen gemeengoed. Wij zijn zelf ook zoekende om daarin de meest efficiënte oplossing te vinden. In het verleden werd er vooral gekeken om een versleten element te vervangen voor een nieuw vergelijkbaar element. Onze taak is nu om corporaties te prikkelen om te kijken waar mogelijkheden liggen om versleten elementen te vervangen door circulaire elementen. Binnenkort beginnen wij bijvoorbeeld, in samenwerking met enkele andere partijen, met het renoveren van woningen tijdens mutatie voor een corporatie. Een mooi moment om het gesprek aan te gaan. Je kunt renovatie natuurlijk op de traditionele manier aanpakken, oud eruit en nieuwe erin. Maar wat als je nu materialen en oplossingen gebruikt die je over 10-20 jaar zonder problemen eruit kunt halen en vervangen? Materialen die dan vrijkomen kunnen opnieuw gebruikt worden of als grondstof dienen voor nieuwe producten. Daarnaast kun je kijken of je bijvoorbeeld sanitair kunt hergebruiken, of een gerecyclede keuken erin zetten in plaats van een nieuw geproduceerde keuken of hout hergebruikt dat vrijkomt tijdens het renovatieproces. Door vooraf nieuwe mogelijkheden en opties aan te dragen kun je corporaties prikkelen om samen met jou te kijken nieuwe oplossingen.
Hoe beïnvloeden deze onderwerpen de planvorming rond onderhoud en energetische verduurzaming?
Tegenwoordig kijk je eerst naar de energetische prestatie van een woning en ga je een plan vormen waarbij de gevraagde prestatie bepalend is voor welke producten je toe gaat passen bij zowel onderhoud als energetische verduurzaming.
Daarnaast is het erg belangrijk dat we naast de verduurzaming één ding niet uit het oog verliezen. Leuk dat we de woning verduurzamen, maar nog belangrijker is dat het binnenklimaat van de woningen ook goed blijft en de woning dus leefbaar is voor de bewoner, een goede gezondheid is een belangrijk uitgangspunt. Dus naast verduurzamen (isoleren) is het belangrijk dat het binnenklimaat optimaal is door het aanbrengen van goede ventilatiemogelijkheden. Ook dit kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, uitdagingen alom dus in de planvorming!
Circulariteit staat steeds vaker op de agenda van de corporatie, maar is, zoals gezegd, nog geen gemeengoed. Wij moeten zelf de kar trekken en het belang van circulariteit binnen het project bepalen. Zo hebben wij in het verleden al eens aluminium kozijnen een tweede leven geboden en recenter hebben wij, via gebruiktematerialen.com, alle achterdeuren van een project in Deurne een herbestemming kunnen geven, waardoor we minder afval en minder afvalverwerkingskosten hadden. Hierbij is het wel van belang om werknemers mee te nemen in het proces en goed na te denken over het voorzichtig verwijderen, het vervoeren en opslaan van deze producten. Deze extra stappen mogen geen extra overlast betekenen voor bewoners en de opdrachtgever. Dit maakt de planvorming een stukje uitdagender, maar gelukkig kunnen we hier zelf op sturen en optimaliseren.
Je geeft aan dat bewoners een belangrijk rol spelen bij het verduurzamingsproces, maar hoe zit dat met circulariteit? Hoe worden bewoners meegenomen binnen dit concept?
Bepalend hierin is natuurlijk of de opdrachtgever dit onderwerp hoog op de agenda heeft staan en dan ook nog eens of de te verwijderen materialen circulair in andere projecten ingezet kunnen worden of dat er circulaire producten aan het huidige project toegevoegd kunnen worden.
Op dit moment wordt deze vraag, circulariteit, niet standaard meegenomen in ons woonwensenonderzoek dat we voorafgaand aan het vaststellen van het definitieve plan van aanpak uitvoeren. Onze grootste uitdaging ligt eerst bij de corporaties, daar moeten wij in samenwerking met elkaar concrete plannen formuleren. Daar moet de eerste stap gezet worden voordat we met bewoners in gesprek kunnen gaan. Maar, zoals eerder aangegeven, blijven wij corporaties prikkelen met nieuwe ideeën en zullen deze gesprekken, gelukkig, niet meer lang op zich laten wachten en worden bewoners ook in dit proces betrokken.
In hoeverre zie je mogelijkheden voor ketensamenwerking binnen het circulaire vraagstuk?
Deze vraag is nog wel lastig! Ik denk dat circulariteit in de bouw net zoiets moet worden als het recyclen van bijvoorbeeld plastic. We scheiden dit afval al om mogelijk te hergebruiken, bij bouwmaterialen is dit nog niet vanzelfsprekend en gaan we standaard uit van het toepassen van nieuwe producten. In de bouw wordt er nog te gemakkelijk gedacht en alles op twee containers gegooid, bouw- en sloopafval en steenpuin.
Door bewuster met elkaar tijdens de planvorming na te denken wat de mogelijkheden zijn voor het hergebruik van materialen, maar ook voor de inzet van gebruikte materialen, gaan er wellicht lampjes branden bij opdrachtgevers. Wij moeten partners zoeken die ons kunnen ondersteunen in het proces van circulariteit en hen introduceren bij onze opdrachtgevers.
Wanneer we dit vraagstuk als keten aanvliegen is het grote voordeel dat je met specialistische partners kunt samenwerken. Denk bijvoorbeeld aan partijen zoals Heezen sloopwerken en gebruiktebouwmaterialen.com, die de capaciteit hebben om circulariteit daadwerkelijk toe te kunnen passen. Heb je deze samenwerking niet dan blijft het leuk dat circulariteit in een uitvraag benoemd wordt, maar dan blijft het bij woorden en worden het geen daden!
Waar loop je in de praktijk met betrekking tot circulariteit vaak tegenaan?
Momenteel moet je als opdrachtnemer het voortouw nemen. Je moet opdrachtgevers en ketenpartners prikkelen om anders te denken. Te denken in mogelijkheden in plaats van in problemen. De wetenschap dat we iets moeten is er, maar het blijk vaak lastig om het ook echt in de praktijk te brengen. Onze taak ligt hier dus vooral in het volhouden, blijven prikkelen en meedenken en dit proces stap voor stap uit te bouwen.
Welke lessons learned met betrekking tot circulariteit zou je kunnen trekken uit jouw ervaringen?
We moeten er niet vanuit gaan dat iedereen weet wat circulariteit in de praktijk betekent. Ik denk dat we meer naar buiten moeten brengen wat we in de projecten, waar de opdrachtgever ook groen licht heeft gegeven voor dit onderwerp, samen gerealiseerd hebben. Door het concreet te maken kunnen we anders corporaties inspireren om ook die stap te zetten en te kijken naar mogelijkheden. Dus deel je ervaringen en laten we van elkaar leren!
Wanneer jij advies zou kunnen geven, wat zou dat dan zijn?
Mijn advies zou zijn: ‘Gooi je oude broek niet weg voordat hij versleten is, dat doe je thuis ook niet!’. Ga dus ook zo om met het vervangen van elementen bij de verduurzaming van woningen. Er komen materialen vrij die nog een tweede leven verdienen. Kijk eerst naar de mogelijkheden voordat er wordt besloten dat het afval is en vernietigd moet worden.
Tot slot, wanneer je naar de toekomst kijkt, welke mogelijkheden zie jij? Waar zou jij graag in de toekomst willen staan?
Met betrekking tot de verduurzamingsopgave zou ik graag in een eerder stadium betrokken willen worden door de corporatie zodat we samen kunnen kijken naar de mogelijkheden en er geen onnodige verspilling van middelen plaatsvindt. Er liggen voldoende kansen om energetische sprongen te maken passend binnen de strategie en planning van de corporatie, maar ook kansen om op basis van no-regret de eerste stappen in de uiteindelijke verduurzaming te zetten.
Rondom circulariteit liggen voor de toekomst nog grotere uitdagingen. We moeten partijen zien te overtuigen dat dit onderwerp hoog op de agenda moet staan en dat het concreter gaat worden door praktijkvoorbeelden. Samen kunnen wij die duurzame toekomst zeker realiseren!
Voordeel eigen timmerfabriek
Het mooie van het hebben van een eigen timmerfabriek waar ramen, kozijnen en deuren worden geproduceerd, is dat het eindresultaat dan in zijn geheel te danken is aan je eigen werknemers en capaciteiten. We hebben immers alles zelf geproduceerd, gespoten en gemonteerd. Dan is het eindresultaat altijd net even iets specialer.
Onze marketeer loopt een dag mee
Bij ons op kantoor hebben ze het langzaam in de gaten, wanneer ik onverwacht aan het bureau sta wil ik graag ‘een dag op stap met’. Dit keer stond ik bij Noortje, onze projectleider service-onderhoud, aan het bureau. “Jij wilt graag een keertje op stap met één van onze mannen? Ik stuur Maarten Claassens, de teamleider, wel jouw kant op, dan kun je iets met hem afspreken.” Een paar dagen later staat Maarten aan mijn bureau met zijn agenda. “Laten we een datum prikken Martijn, dan laat ik je alle aspecten van het service-schildersvak zien.” Dinsdag 18 juni mocht ik met Maarten op stap.
Begin van de dag
Om 7:30 meld ik me bij Maarten voor mijn dag als service-schilder. Maarten is met Peter, projectleider bij vastgoedonderhoud, aan het praten en roept naar mij terwijl ik aan kom lopen “Pak maar snel een kop koffie Martijn, nu kan het. Dan gaan we dadelijk op pad naar ons eerste adres.” Gehoorzaam ga ik koffie halen en stap bij Maarten in de bus. “De dag begon goed Martijn, de eerste telefoontjes kreeg ik al om 6:00, vragen over een bepaald project. Maar het is goed gekomen en de schilders kunnen weer vooruit.” Maarten geeft aan dat hij heeft geprobeerd om vandaag alles op één dag te plannen qua diversiteit van werkzaamheden. “We zullen wat vaker in de auto zitten, maar dan heb je wel een duidelijk beeld van wat voor diversiteit aan werkzaamheden wij hebben.”
Op weg
Ons eerste adres is in Gemert. “Paul is hier momenteel aan het werk en hij kent de klant goed en weet precies wat hij moet doen aan het buitenschilderwerk.” Samen lopen Paul en Maarten de werkzaamheden na, stellen de planning af, lopen de voorraad van Paul na en spreken af dat we elkaar later vandaag zien bij een andere klant. “Paul is erg zelfstandig, daar hoef ik alleen voor te zorgen dat hij zijn spullen heeft, de rest doet hij allemaal zelf. Dat is eigenlijk ook mijn belangrijkste taak, er voor zorgen dat iedereen zijn spullen heeft, zorgen dat ze weten waar en wanneer ze ergens moeten zijn en dat de administratie rond de werkzaamheden klopt.”
Het volgende adres is in Boxmeer. Daar zijn wij bezig met een dakvervanging, maar door het slechte weer hebben ze last gehad van lekkages. Momenteel zijn we binnen alles aan het bijwerken zodat het er weer top uitziet. Wanneer de klant hoort dat ik een dagje met Maarten meeloop en normaal verantwoordelijk ben voor de marketing wil hij toch even kwijt hoe blij hij is met de mensen van Van der Meijs. “Het project viel erg tegen, zeker dankzij die lekkage, maar het personeel van Van der Meijs is top. Netjes en beleefd en ze hebben ons echt door dit project heen geholpen. Zorg jij er, als verantwoordelijke voor marketing, voor dat de mensen intern dit ook te horen krijgen?” Tuurlijk! Dit soort complimentjes deel ik maar al te graag.
Ondertussen zitten we weer in de auto en zijn we op weg naar Herpen. “Daar zijn 2 van onze schilders bezig met een Mureno woning. Die mag helemaal opgeklapt worden zodat de woningcorporatie deze weer kan doorverhuren.” Op de plek aangekomen maakt Maarten met Bas, een van de schilders ter plekke, een rondje om te zien wat de schilderwerkzaamheden zijn, wordt de planning voor vandaag en de rest van de week doorgenomen en wordt wederom gekeken of ze alle spullen hebben. De schilders kunnen weer aan de slag en wij zitten weer in de auto op weg naar Geldrop, waar wij onderhoud uitvoeren aan een woning.
Tevreden
Ik vraag aan Maarten hoe zijn dag er meestal uitziet. “Ik begin meestal rond 6:30 zodat ik de dag mee kan opstarten en mee kan schilderen. Vanaf een uurtje of 11:00 zit ik echter toch vaak in de auto. Dan loop ik de verschillende projecten af en zorg ik er voor dat de mannen zich bezig kunnen houden met schilderen en zorg ik dat de rest er omheen allemaal geregeld en afgestemd is met Noortje.”
Maarten werkt momenteel al ruim 20 jaar bij Van der Meijs, is tussen door wel eventjes weggeweest, en heeft zijn plek bij ons gevonden. Maarten is begonnen als schildersgezel en is langzaam doorgegroeid naar teamleider. “Ik ben eigenlijk langzaam in deze functie gerold. Ik begon als gezel en na mate ik meer ervaring kreeg en mezelf ontwikkelde kreeg ik de mogelijkheid om deze rol te vervullen. Ik vind het een topbaan. Ik heb het goed naar mijn zin, krijg de vrijheid om zaken te regelen zoals ik het graag heb en we behalen de resultaten die voor Van der Meijs belangrijk zijn. Soms krijg ik wel eens de vraag of ik, na zo lange tijd, niet eens ergens anders zou willen werken? Heel eerlijk, ik zou niet weten waarom. Ik zit goed op mijn plek, het werk is leuk en ik heb een topteam met wie ik mag samenwerken, wat wil je nog meer?”
Na onze laatste opneeminspectie in Gemert zet Maarten mij weer af op kantoor. Mijn schildershirt is niet vies geworden, maar Maarten heeft mij alle aspecten van het service-schildersvak laten zien. Het was een diverse dag met verschillende werkzaamheden, verschillende klanten en verschillende soorten schilders. Wat mij het meeste is opgevallen tijdens mijn rondrit door Noord-oost Noord-Brabant was het plezier die Maarten en zijn ploeg met elkaar en met het werk hebben. De gezamenlijke doelstelling van kwalitatief goed werk afleveren en tevreden klanten geeft aan dat Noortje een mooie ploeg mannen heeft. Mijn laatste actie van de dag, de selfie voor op onze wall of fame. Martijn als service-schilder!
Onze marketeer loopt een dag mee
“Martijn, jij? Ga jij buiten werken? Ga jij een dag op de bouw meelopen? Je houdt me voor de gek!” Dat waren de eerste woorden van de dames die bij ons verantwoordelijk zijn voor de materialen toen ik kwam vragen of ik werkkleren kon lenen. En bedankt! Toen ik ze met een strak gezicht bleef aankijken vroegen ze me toch waarom. “Waarom ga jij, buiten, in de bouw meewerken?” Nadat ik uitlegde dat ik graag van dichterbij wilde zien wat het verduurzamen van een woning concreet betekende, snapten ze het wel. Ze waren echter niet helemaal overtuigd of ik de dag zou overleven, buiten, op de bouw, meewerkend. Wanneer je mij iets beter kent weet je dat ik tot mijn 26ste als bijbaantje altijd bij een boomkwekerij of een hovenier heb gewerkt en dat ik het leuk vind (buiten) bezig te zijn. Dus voor mij was het helemaal niet zo raar om een dag mee te werken op de bouw, de dames dachten daar blijkbaar anders over.
Melden in de keet
’s Ochtends om 7:30 melde ik me in de keet op de Beethovenlaan in Deurne voor mijn dag op de bouw. René had mij de dag van tevoren gebeld om aan te geven dat hij op mij rekende, hij had me al de hele dag ingepland. Er waren wat verschuivingen in de planning waardoor André er alleen voor kwam te staan en hij kon wel een handje gebruiken.
René neemt mij deze ochtend als eerste mee op pad om het isolatiemateriaal te halen dat we vandaag boven de vensters gaan aanbrengen. René is de uitvoerder op locatie en overziet het gehele verduurzamingsproces die momenteel op 3 verschillende plekken tegelijk bezig is. Onze 1ste stop is bij de asbestsaneerders. Het beloofde vandaag een grijze/regenachtig dag te worden en René moet snel overleggen of de werkzaamheden wel of niet doorgaan vandaag. Buienradar geeft aan dat de regen rond 8:00-8:30 op zal houden. De man met wie René in gesprek is geeft aan dat hij wel verwacht dat ze gaan beginnen. Ze werken hard door, dus de planning komt niet in het geding.
We vervolgen onze weg en rijden naar de plek waar we het isolatiemateriaal bewaren. Na deze ingeladen te hebben, rijden we weer naar een andere container op een andere plek om daar de kruiwagen te halen. René geeft aan dat doordat we nu op drie plekken tegelijk aan het werk zijn de spullen ook op meerdere plekken verdeeld staan waardoor we wat meer moeten rijden. René zet me af, laat mij de spullen uit de bus halen terwijl hij met iedereen de planning en de werkzaamheden doorloopt en zet me bij André neer en springt weer in de bus. “Ze komen dadelijk de steiger in de Beethovenlaan afbreken en die moeten ze opbouwen in de Vriezenkamp, daar zijn de volgende woningen aan de beurt. We moeten controleren of alles in orde is om de steiger op te bouwen.” En weg is René. Gedurende de dag laat hij zo nu en dan even zijn gezicht zien om te kijken of alles nog loopt zoals het hoort en of er nog bijzonderheden zijn. De rest van de dag neemt André mij onder zijn hoede.
Samen met André aan het werk
André neemt me mee naar de werkplek en vertelt mij wat we precies gaan doen. André weet dat ik normaal op het kantoor zit, maar hij heeft vaker leerlingen onder zijn hoede en hij weet hoe hij moet omgaan met mensen die nog wel het een en ander kunnen leren. Hij geeft mij een duimstok, rolmaat, een isolatiezaag en een potlood en stuurt mij de steiger op. “Boven de kozijnen mag jij de isolatielaag aanbrengen. Als het goed is passen er twee hele stukken in en het derde stuk moet je afmeten.” Vol energie spring ik de steiger op en ga ik aan de slag.
Gedurende de dag werken wij het blok rond om overal isolatie en de betimmering voor het ophangen van de trespa platen aan te brengen. De woningen zijn niet geheel recht en André wil alle zichtlijnen graag recht hebben. Regelmatig moeten we zagen zodat de spijlen in een rechtte lijn staan en alle zichtlijnen recht zijn. Op een gegeven moment moet André helpen met het omhoog brengen van glas en kijkt hij mij aan. “Martijn, jij hebt het mij nu een paar keer zien doen, hier heb jij de zaag. Deze 4 stukken mag je er uitzagen. Gaat wel lukken toch?” En daar sta je dan, op je tenen op een steiger met een multitool in je handen een stuk hout uit een balk boven je hoofd te zagen. Dat is wel even iets anders dan achter een scherm te zitten en een stuk tekst te schrijven.
Mijn eigen plek op de wall of fame
Aan het einde van de dag, nadat we alles hebben opgeruimd en iedereen weer van de bouw af is, krijg ik te horen dat ik OK ben bevonden als handje! Ik mag zelfs de volgende dag terugkomen als ik dat zou willen en als ik ooit klaar ben met het marketingvak dan mag ik altijd bij hun op de steiger komen werken. Kijk, dan heb ik het nog niet zo heel slecht gedaan. Onze laatste taak, een selfie voor op het kantoor bij de dames. Die hebben een eigen wall of fame met alle mensen in het veld. En wat kunnen de dames nou nog meer als bewijs vragen over het feit of ik de dag heb overleefd dan een foto samen met René en André aan het einde van de dag? Het eindresultaat, samen met deze mannen mijn eigen plek op onze wall of fame! #trots!